Portret en interview Jan Pollemans

Gepost door:Remy // 2007-09-01 00:00:00 // 3753 keer bekeken

In BN/DeStem verscheen vandaag een uitgebreid artikel over Jan Pollemans, de voorzitter van RBC die aan het eind van dit jaar aftreedt. Hierin wordt het drukke leven van Pollemans geschetst en geeft hij bovendien aan waarom hij een stapje terug zal doen.

Het leven van Jan Pollemans
Jan Pollemans (52) is eigenaar van de Super de Boer in Roosendaal. De Bredanaar is sinds 1997 voorzitter/sponsor van voetbalclub RBC. Eind dit jaar legt hij de voorzittershamer neer.

Pollemans werd geboren in Berkel en Rodenrijs als jongste in een gezin van tien kinderen. Zijn vader handelde in groente en fruit en had korte tijd een uienbedrijf in Friesland. Toen Pollemans zes was, werd pa chauffeur in Halsteren. De jonge Pollemans legde bij de Vivo in dat dorp de basis voor zijn supermarktliefde. 'Ik werkte er vanaf mijn elfde.'

Zijn eerste eigen supermarkt was de VG in Breda. Hij introduceerde er de NAC-sherry. Nu verkoopt hij RBC-drop. Pollemans ontving voor zijn bijzondere wijze van ondernemen diverse prijzen, zoals de Excellent Detail Award 2004, 'Brabants Beste Zakenman' en 'beste supermarkt van Brabant'.

Jan Pollemans trouwde op zijn 19e met Yvonne. Ze wonen sinds 25 jaar in Breda. Jan en Yvonne hebben vijf kinderen, vier jongens en een meisje, van 26, 21, 19, 15 en 15. Jans derde zoon voetbalt in het tweede elftal van NAC. In de Super de Boer van Jan Pollemans in Roosendaal zijn overal RBC-producten terug te vinden. Er worden ook kaartjes verkocht.



Interview met Jan Pollemans
Iedereen in Zuidwest-Nederland kent uw naam. Maar niemand kent u echt.
'Ik heb het meestal over zaken. To the point. Ik hou niet zo van geouwehoer. De voetbal slokt veel tijd op, dan het gezin en de zaak. Ik ben 's morgens tussen 5 en 6 in de supermarkt en ik kom om 22.00 of 23.00 uur thuis. Dan lees ik een Voetbal International en ga ik slapen. Voor andere dingen is geen tijd. Eten doe ik 's morgens en 's avonds in de supermarkt. Liefst de kant-en-klaarmaaltijd met spruitjes of patat.'

U werkt erg hard.
'Ik ben gedreven. Als ik op vakantie ben, bel ik elke dag naar RBC. Niet naar de zaak, haha. Dit jaar ben ik niet mee op vakantie geweest vanwege het werk. Dat werd mij thuis niet in dank afgenomen. Goed is nooit goed genoeg voor mij. Dat eist zijn tol. Ik heb suikerziekte. Eerst slikte ik tabletten. Nu moet ik insuline spuiten. Had ik anders geleefd, dan was dat niet gebeurd. Maar het is zoals het is.'

In het kantoor van Jan Pollemans staat een grote metalen kist met RBC-plakboeken ('die houdt mijn broer voor me bij') en een kast vol foto's uit de supermarktcarrire. Openingen van winkels, ingehuurde olifanten, draaimolens voor de winkel. Alles zit netjes ingeplakt. Maar ook foto's van lelijke bakken met uien en rotte bananen.

Waarom die foto's van uien en rotte bananen?
'Zo kun je je personeel laten zien hoe het niet moet. Ik heb ook die opleiding voor vakkenvullers bedacht. Ja, ik weet dat mensen vinden dat ik veeleisend ben.'

Niet eenvoudig zeker om voor u te werken?
'Ik heb 165 medewerkers. Het personeelsverloop is vrij groot. Aan de andere kant zijn er ook zes die al 19 jaar voor me werken. Maar als je de kantjes eraf loopt, moet je niet bij Pollemans zijn. Ik ben een vervelende vent zonder tact die zegt waar het op staat. Pas solliciteerde hier een vrouw die 15 jaar elders had gewerkt. Ik waarschuwde haar nog voor ons tempo. Ze hield het anderhalve week vol.'

Ze vloog eruit?
'Ja. Ik vond het heel naar. Ze had haar vorige baan voor ons opgezegd.'

Maar ze ging toch.
'Ja. Als je iets wilt, moet je ervoor gaan. Anders moet je opdonderen.'

Waarom stopt u nou precies?
'Als de organisatiestructuur met de nieuwe directeur op poten staat, wat moet ik dan nog? Voetbal is aan het professionaliseren. Niet de voorzitter is bepalend, maar de directeur. Als je er echt voor een club wil zijn, moet je er 50 tot 60 uur per week in steken. Ik ga niet voor de show voorzittertje spelen. Da's niks voor mij. Ik wil de professionalisering van de club niet in de weg staan. RBC is niet het speeltje van Pollemans. Er is maar n belang: het clubbelang.'

RBC zonder Pollemans, kan dat?
'Ik blijf sponsor/supporter. Ik zal pas rusten als het loopt zoals het lopen moet. Mijn hart ligt bij RBC. De club is mijn ziel en zaligheid.'

Waar komt die liefde toch vandaan?
'Ik zoek vaak de moeilijkste weg. Het is lang niet altijd leuk. Een jaar of 14, 15 geleden waren we het lachertje van de eerste divisie. Nu zijn we wr de kleinste van de groep. Mensen vergeten z snel dat je 5, 6 jaar in de eredivisie hebt gespeeld.'

Vindt u het moeilijk, zoals het nu gaat?
'Ik heb geen moeite met verlies. Wel als je er niet alles aan gedaan hebt...'

Hoeveel geld heeft u al in RBC gepompt?
'Daar zeg ik niets over. Dan krijg ik thuis gesodemieter, haha.'

Vast meer geld dan de gemeente Roosendaal?
'Daar ben ik ng boos over. In Breda, in Enschede en in Den Haag zjn ze er voor hun club. Het enige dat wj ooit van de gemeente kregen, was een lening. Terwijl ze wel hun naamsbekendheid danken aan RBC. Voor mijn gevoel had de 'R' van Roosendaal eraf gemogen deze zomer. Ik mis de trots op de eigen club bij het gemeentebestuur. Ik heb meer met de supporters. De chte achterban.'

Waarom bent u eigenlijk gaan sponsoren? U woont niet eens in Roosendaal.
'Ik heb interesse in het maatschappelijke wel en wee. Ik verdien mijn geld in de wijken waar mijn supermarkt staat, dus wil ik iets terug doen. Met een commercile insteek, want ik ben geen heilige. Ik sponsor niet alleen RBC, maar ook een muziekavond of De Draai van de Kaai. Ik denk dat hier gemiddeld 15 keer per week mensen geld komen vragen. Ik help graag. Soms wordt er misbruik van gemaakt. Het voordeel is weer dat mensen je niet snel laten vallen.'

U deed het ook met NAC.
'Mijn eerste eigen supermarkt was een VG in de NAC-wijk Tuinzigt. Daar heb ik NAC-sherry verkocht, ja. Mijn zoon van 19 voetbalt nu in het tweede elftal van NAC.'

Uw vijf kinderen hebben een gemakkelijker jeugd dan u.
'Ik was de jongste van tien kinderen. We hadden armoe thuis. In de vakantie werkten we op het land voor een tv. Zo heb ik leren presteren. Op mijn elfde begon ik bij Vivo Jaspers in Halsteren. Foldertjes rondbrengen en koekjes inpakken.'

De liefde voor de supermarkt zat er vroeg in?
'Ik vond het fantastisch. Toen ik 14 was, zat ik op de Thomas-mavo in Halsteren. Ik begon om 4 uur 's morgens met groente snijden. Dan naar school en tussen de middag weer naar de Vivo om in te pakken. Ik ging ook naar de veiling. Klaas van den Doel, nu directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, had toen een Plus-supermarkt in Halsteren. Keek ik wat hij op de veiling deed en ging ik snel onder zijn prijs zitten in een krantenadvertentie. Die Van der Doel vond mij maar een vervelend ventje. Later maakte hij mij bedrijfsleider in Rozenburg. Ik dacht toen: ik kan veel beter voor mezelf beginnen.'

Het gezin ziet u niet al te vaak?
'Ik heb mijn vrouw ontmoet in de supermarkt. Ik heb altijd gezegd: je moet me nemen zoals ik ben. We hebben vijf kinderen en mijn vrouw draait het gezin. Je krijgt de dingen echt wel mee, hoor. Mijn kinderen weten dat ik er ben als ze me nodig hebben. Op zondag ben ik thuis. Dan bak ik eieren met spek en doen we boodschappen. In onze eigen supermarkt, natuurlijk.'

Twee van uw zoons kregen een paar jaar terug een ernstig auto-ongeluk. Dacht u toen niet aan wat u had gemist?
'Zij hadden die avond in de winkel gewerkt en gingen iets eerder weg. Onderweg naar Breda reed ik langs een zwaar ongeluk. Toen ik thuis kwam, waren onze zoons er niet. Ik zei tegen mijn vrouw: dit is niet goed. De oudste heeft een week in coma gelegen. Op zo'n moment denk ik: waar ben ik mee bezig? Het is goed afgelopen. Zelf heb ik 15 jaar geleden ook een ernstig ongeluk gehad. Ik moest vijf maanden revalideren. Dat heeft me menselijker gemaakt. Voor die tijd kon ik absoluut niet tegen zieke mensen. Zelf was ik nooit ziek.'

U stopt nu als voorzitter bij RBC. Wanneer stopt u met de supermarkt?
'Ik ben nu 52. Ik heb alles zo geregeld dat ik op mijn 55e kan stoppen met werken (lacht). Ik geloof nooit dat ik het doe.'

U kunt toch gaan reizen of golfen?
'Ik doe dit niet alleen voor het geld. Werken is iets wat ik leuk vind. Het is mijn hobby. Ik wil ergens trots op kunnen zijn. Iets presteren. We zijn toonaangevend in levensmiddelenland. Maar misschien ga ik nog wel heel iets anders doen. In de horeca. Of een groentenzaak beginnen... Ik ben zo onvoorspelbaar als wat.'


Pollemans verkocht in zijn eerste eigen supermarkt NAC-sherry.

Een wedstrijd met Jan Pollemans
Maandag 19.00 uur | Een uur voor het duel met FC Den Bosch. Jan Pollemans zit strak in het pak. Maakt een praatje met directeur Manfred Laros, met grote en kleine sponsors, met supporters. Laros: 'Ik bel Jan elke dag. Zo van: hoe gaat het in de winkel? En hoe bij RBC? Iemand die zolang dag en nacht voor de club heeft klaargestaan, onthou je geen informatie.'

Eerste helft |Pollemans zit naast Paul van der Kraan, directeur van Vitesse, voorheen RBC. Ze grappen en grollen wat. De bal gaat rond. De bril van Pollemans gaat op, de mond zakt half open: 'Ga nou dr, joh!' Rond de 23e minuut valt de eerste tongklak. Pollemans: 'Ze zijn niet echt agressief.' Van der Kraan: 'Beter dan tegen AGOVV. Toen leek het wel of ze in rolstoelen zaten.' Pollemans: 'Nou, nou!' 35e minuut: 'Loop nou eens dr!' Drie minuten later: 'Jaaaaaaaaaa! Eindelijk een goede kans. Na veertig minuten.' Dan een doelpunt. Van Den Bosch. Pollemans leunt naar voren: 'De hle organisatie is wg. Wg!'

Rust | Hij heeft liefde voor RBC, zeggen ze in de lounge. 'Pure passie is het.' De voorzitter beent ondertussen rond. Sponsor Ton Klarenbeek vertelt over de etentjes voor elke uitwedstrijd. Altijd bij de Chinees. 'Jan rijdt. Als het navigatiesysteem links zegt, gaat Jan rechts. We lachen wat af met Jan. We komen er altijd. Hij wil dan binnen tien minuten eten op tafel. Laros heeft eigenlijk een hekel aan Chinees eten, maar Jan houdt de Chinees erin.'

Tweede helft | Pollemans: 'Zei Henk Vos tegen de scheids: 'U bent zeker van de C1000, hahahaha'.' De lach sterft weg. Het tongklakken neemt grote vormen aan. Treurig voetbal van RBC. Een KNVB-waarnemer in de 73e minuut: 'Mooi, die volle maan boven het stadion.' Pollemans: 'Dat is dan meteen het enige mooie van de avond.' 81e minuut: de voorzitter bijt in de wedstrijdflyer, trekt aan zijn stropdas, doet de bril af. 'Sjonge jonge.' Bij het eindsignaal gaat de hand naar de Bosschenaren. 'Proficiat.'

Derde helft | Ton Klarenbeek: 'Ik vind dit zo klote voor Jan. Ik gun Jan echt alles!' Handenschuddend naar de Royal Lounge. Er is iets mis met de entreekaarten voor de VIP-ruimte. Pollemans pakt zijn mobiel: 'Manfred, kun je even beneden komen?' Jans oudste zoon kijkt nieuwsgierig naar de journalist. 'Ik probeer je vader te doorgronden voor de krant', zeg ik. Oudste zoon lacht. 'Ha! Dat is mij in 25 jaar nog nooit gelukt.' Schouderklopjes. 'Z jammer, Jan.' Over de ruzie met de spelers over het premiesysteem: 'Niet toegeven, hoor.' Pollemans piekert. Wat moet er gebeuren om RBC vlot te trekken? 'Er moet een branieschopper bij.' Hij praat met spelers: 'Kom p, nou.' Wat er van RBC zou worden zonder Jan Pollemans als voorzitter, vragen we assistent-trainer en oud-speler Eric Hellemons. Hij kijkt verbaasd. 'Dan zal er wel een opvolger komen. Maar dat hoop ik toch niet.'



Tekst en foto's: BN/DeStem




Reacties

Er zijn nog geen reacties toegevoegd