RBC, de club die (gelukkig) altijd blafte en nooit beet

Gepost door:Remy // 2011-09-02 00:00:00 // 3151 keer bekeken

Ik heb er niet eerder over kunnen schrijven. Waarschijnlijk omdat het te pijnlijk is, te confronterend. RBC Roosendaal is niet meer. "So what?", denkt ongetwijfeld het merendeel van de voetballiefhebbers. Maar ik heb altijd een apart gevoel bij die kleine club gehad.

Altijd als de naam RBC valt, denk ik terug aan n moment: 30 april, 2005, thuiswedstrijd tegen Ajax, kansloos met 1-4 verloren. Na afloop stikchagrijnig, omdat de Ajax-watchers van de media weer in groten getale naar het kleine Vast & Goed/RBC-/Rosada-/Mariflex-/ (pff, hoeveel namen heeft dat ding eigenlijk wel niet gehad?) Stadion waren gekomen en er dus bijna geen parkeergelegenheid of plek op de perstribune was.

Die oerlelijke perstribune, met halve aquaria voor je neus en ver weg van de middenlijn, zodat je amper kon zien wat er aan de overkant van het veld gebeurde. Na afloop natuurlijk geen bitterbal meer te krijgen, want de gloryhunters graaiden naar de schaal als raven. En maar zweten in die veel te kleine perskamer, waar de trainers amper hun kont konden keren.

Blij dat ik eenmaal buiten was, belde ik mijn vrouw om te vertellen hoe laat ik thuis zou zijn. Vlak bij de auto liep ik twee potige, zwaar teleurgestelde en volledig in oranje uitgedoste RBC-supporters tegen het lijf, die uiteraard de pest in hadden door de dikke nederlaag. Aan de stand van hun ogen te zien, had het bier rijkelijk gevloeid voor 14.30 uur. Ze hoorden me praten en vroegen me genteresseerd of ik mijn vriendin aan de lijn had. "Nee, mijn vriend", antwoordde ik baldadig en sikkeneurig als ik was. Ai, dat was niet zo slim.

Ik keek eens om me heen en pas toen kreeg ik door dat ik alleen met hen in de schaduw van een hoek van het stadion stond. Als n van de twee (of allebei, gezellig) zou besluiten me voor die bijdehante opmerking een klap te verkopen, zou niemand dat zien en zou om hulp roepen weinig zin hebben.

De twee raakten duidelijk gerriteerd door mijn slip of the tongue, zetten een stap dichterbij, observeerden me met glazige blik eens goed van top tot teen en waren het toen eens. "Homo!'" zei de leider van het stel zachtjes, wat de ander in lachen deed uitbarsten. Vervolgens vervolgden ze hun weg naar huis, de kroeg of het cafetaria, of waar ze dan ook naartoe moesten. Zonder slag of stoot. Mij toch wel enigszins opgelucht en met klamme handen achterlatend.

Het klinkt misschien vreemd, maar dit incident staat voor mij symbool voor de betaald voetbalclub die RBC was: gemoedelijk, zachtaardig en (gelukkig, in dit geval) nooit vals genoeg om door te bijten. Het bleef altijd bij een beetje blaffen. In alle opzichten.

De leiding van de club wilde al jaren een groter stadion, probeerde vele malen tevergeefs de gemeenteraad van Roosendaal te overtuigen om te helpen en wees altijd naar de buitengewone prestaties die RBC leverde. Eredivisievoetbal en zelfs een keer de stevige middenmoot voor een stadje van nog geen 80.000 inwoners. Voorzitter Jan Pollemans, directeur Rob Meppelink en trainer Robert Maaskant leverden jaar op jaar een absolute topprestatie, met een minimaal budget.

Maar het mocht allemaal niet baten. Er ging geen euro naar de club, het stadion stroomde nooit echt vol en het achterland (Zeeland is gn voetbalprovincie) liet RBC keihard in de steek. Het is typerend dat de club een stille dood kon sterven, zonder dat er echt door iemand met de vuist op tafel werd geslagen. De stekker ging eruit en Roosendaal ging verder met waarmee het groot is geworden: niets.

Doodzonde, want RBC heeft wel degelijk betaald voetbalgeschiedenis geschreven. Wie herinnert zich niet de woedende stem van de stadionomroeper, in een thuiswedstrijd tegen Feyenoord? De man (vergeef me, ik ben uw naam kwijt) vroeg zich hardop af of de scheidsrechter niet gezien had dat het buitenspel was, maar vergat dat zijn microfoon nog open stond. Het hele stadion kan dijenkletsend meegenieten van de korte tirade.

En wat te denken van het plotselinge opstappen van Maaskant, terwijl zijn ploeg maandenlang ongeslagen aan kop ging in de Jupiler League? Zonder de clubleiding te informeren, kondigde de coach doodleuk zijn vertrek aan tijdens een persconferentie na afloop van een duel, Meppelink en directrice Mascha Simons vertwijfeld en woedend achterlatend. Kostelijk was het, en vooral onvergetelijk. Onvervalst voetbaldrama in een knus perskamertje, in een club die nooit echt van de grond kwam.

Vreselijk is het alleen al daarom, dat RBC niet meer bestaat. Maar blijkbaar was het niet te voorkomen. Wat rest, zijn kostbare herinneringen aan Henkie Vos, Elvis Hammond en Pierre van Hooijdonk. Het ga je goed RBC, en bedankt dat je zo coulant was. In vele opzichten.

Patrick Leemans, ELF Voetbal (elfvoetbal.nl)




Reacties

Er zijn nog geen reacties toegevoegd